Blog berichten

Varen met een bijdrage aan natuurbehoud

Wie door De Biesbosch wil varen, moet wellicht volgend jaar de portemonnee trekken. Bootbezitters gaan namelijk meebetalen aan het onderhoud van het natuurgebied. Het gaat vooralsnog om een proef met een zogenoemd ‘Biesboschvaantje’ van de gemeente Drimmelen. Een dagkaart kost vijf euro, wie het hele jaar door van het nationale park wil genieten is 50 euro kwijt. Met de aanschaf van het Biesboschvaantje zorgen recreanten er voor dat steigers en aanlegplekken, kanoplaatsen, strandjes, afvalbakken en toiletvoorzieningen worden onderhouden en beheerd. De gemeente Drimmelen kijkt hiervoor naar het Grevelingenmeer tussen Zuid-Holland en Zeeland en de Marrekrite in Friesland. Op het Grevelingenmeer is er tussen 1 april en 1 november een vaantje nodig, voor het gebruik van openbare aanlegplaatsen. Op de Marrekrite kan altijd aangelegd worden aan steigers. Daar is de aanschaf van een wimpel of vignet een vrijwillige bijdrage, waarmee onderhoud kan worden gepleegd.

 

Waarom een Biesboschvaantje?

De opbrengsten van het vaantje worden ingezet om belangrijke voorzieningen in De Biesbosch te onderhouden. Denk hierbij aan steigers, aanlegplekken, kanovoorzieningen, strandjes, afvalbakken en openbare toiletten. Door deze bijdrage wordt ervoor gezorgd dat recreanten optimaal kunnen blijven genieten van het nationale park.

Inspiratie van andere regio’s

De gemeente Drimmelen kijkt hierbij naar vergelijkbare initiatieven. Zo is op het Grevelingenmeer een vaantje verplicht voor het gebruik van openbare aanlegplaatsen tijdens het vaarseizoen (1 april tot 1 november). In Friesland werkt men al jaren met de Marrekrite, waarbij bootbezitters een vrijwillige bijdrage leveren voor aanlegplaatsen en voorzieningen. Met het Biesboschvaantje hoopt de gemeente de kwaliteit van het natuurgebied te waarborgen en de recreatieve druk duurzaam te kunnen beheren. Vaarliefhebbers kunnen hiermee niet alleen genieten van de natuur, maar dragen ook bij aan het behoud ervan.